zaterdag 19 februari 2011

Ongedierte


Ongedierte is net als "onkruid " een relatief begrip. Het zijn dieren die niet gewenst zijn op een bepaalde plaats , een bepaald tijdstip of in een bepaalde hoeveelheid en daardoor een plaag kunnen zijn.  

In mijn jongste jaren kon ik urenlang met pissebedden, oorwurmen en duizendpoten spelen en beleefde daar veel vreugde aan. Ik vroeg mij niet af hoe de beesten heetten en had geen enkel vooroordeel.

Maar toen er onlangs bij mijn voordeur mierennesten werden gevormd heb ik die koelbloedig met mieren poeder " ontruimd " en daarbij honderden mieren om zeep geholpen. In het vrije veld kan ik echter lange tijd die nijvere beestjes gadeslaan en bewonderen. 

Vroeger sloeg ik een wesp van mij af, want wespen kunnen steken, dus daarvoor had ik angst. Het is nu de kunst om boven je geconditioneerde angst uit te stijgen.

Dan kun je zelfs genieten van een wesp die zich veilig bij je voelt en zich uitgebreid op je hand gaat zitten wassen. Dat gebeurde onlangs bij mij en ik beleefde liefde en schoonheid aan een wezen die ik 72 jaar stekelig had gevonden. Maar daarvoor moest ik wel eerst boven mijn geconditioneerde angst uitstijgen. En zelfs dan lukt het me de ene keer beter dan de andere keer.

Maar je kunt ook inschattingsfouten maken bij het omgaan met "ondieren " Zo zat ik onlangs op zolder achter mijn computer toen er een hommel vlak naast mijn toetsenbord verscheen die, zoals dat ook met muggen en vlinders gebeurt, waarschijnlijk op de vliering had overwinterd. Ik kreeg een gelukzaligheidsgevoel en tikte op mijn toetsenbord gewoon verder zonder er acht op te slaan dat vanuit de optiek van de hommel, die naar later bleek oud en zwak was, de situatie best bedreigend was. Ik kreeg een humeurige " doodssteek " en zo kwam de hommel aan het eindje daar waar ik met een beetje meer invoelingsvermogen aan terminale zorg had kunnen doen.

In mijn compound in Saudi Arabia werd ik een keer s'-nachts wakker van het geluid van naar later bleek een grote kakkerlak. Ik deed het licht aan en trapte uit angst de goedzak, die nog lekker " nakrakte ", dood. Ik trapte als het ware de angst van mij af , zonder deze daadwerkelijk door mij heen te laten gaan. En dan te bedenken dat ik in het vrije veld vol liefde ben voor kakkerlakken en ze geen kwaad zal doen...

Hoe komt het dat ik op een zelfde soort dier in verschillende omgevingen anders reageer.? Je kunt je ervan af maken door te stellen dat de kakkerlak in mijn compound niet op de juiste plaats en het juiste tijdstip rondliep. Maar wie bepaalt dat en zou dat voor mensen ook gelden.

Als baby lag ik alleen in een verre uitbouw van het huis van mijn grootouders en verstijfde van angst voor het geritsel ,veroorzaakt door muizen, in het donker. Ik was te klein om te beseffen dat het muizen waren. Liet de angst niet door mij heen gaan.

Had ik maar gehuild om mijn angst te uiten en om hulp te vragen. Omdat die angst "verstijfd " is gebleven heb ik hem nooit geheel overwonnen en werd in het nu een kakkerlak de dupe maar het had ook een ander ritselend dier of mens kunnen zijn.

En dan te bedenken dat wij enkele jaren, als het winter werd, bij ons thuis een veldmuis te gast hadden die in de woonkamer heen en weer rende en zelfs brutaalweg op de bank sprong om noten en kaas te " ritselen ". Toen hij na twee winters niet meer kwam opdagen miste ik hem !








Geen opmerkingen: