zondag 3 mei 2009

Helderruikendheid

In het voorjaar van 1994 rook ik de dood. Een laurierachtige geur. Dan denk je eerst aan jezelf maar ik was zo bekend met mijn eigen lichaamsgeur dat ik gelijk wist dat ik het niet was.


Ik droomde in die tijd een keer dat ik een grafrede hield bij de begrafenis van naar ik dacht mijn vader. Toen ik enkele dagen daarna mijn vader, de naamgever van mijn dochter, bezocht rook ik bij het afscheid in zijn richting maar nam niet de geur van de dood waar.

Enkele weken later openbaarde zich bij mijn dochter een tumor op de hersenstam waaraan zij begin 1995 is overleden. Waarschijnlijk heb ik onbewust geweten dat zij het was die de geur van de dood om zich heen had maar had ik dat verdrongen.

Ik moet toen dus helderruikend zijn geweest, ook op afstand, en het kan dan ook niet anders dat energieën van iemand waar ik zielsveel van hield en erg bij betrokken was in geur werden omgezet en naar mij toe zijn gezonden.

Het lichaam of een deel van het lichaam straalt energie uit wat opgevangen kan worden door een helderruikend persoon.

Iemand die helderruikend is kan behalve de (naderende)dood ook dingen die hij ziet, zonder dat die een geur afgeven zoals op een foto of op de tv, ruiken. Dat laatste zou echter ook uit het geurgeheugen kunnen komen.

Ook zou een helderruikende ziektes kunnen ruiken maar daarbij moet gezegd worden dat lichaamseigen geuren een goede graadmeter zijn van onze constitutie en er met behulp daarvan dan ook tegenwoordig weer door dokters diagnose wordt gesteld.

Geen opmerkingen: